De varianten van glas

Alle huizen bezitten wel op een of andere manier glas. Glas is ook wel een amorfe, een niet kristallijne vaste stof. De glassoort die het vaakst voorkomt is de kleurloze versie. Deze zie je vooral terug bij woningen in de vensters. Ook drinkglazen bezitten in de meeste gevallen een kleurloze versie die bestaat uit de stof silica of silliciumdioxide. Glas is wel erg breekbaar wat tot een eventuele schade kan lijden. Mocht er glasschade optreden dan is het aan te raden om deze zo snel mogelijk te laten vervangen. Het glas is zo breekgevoelig, omdat het gemaakt is met vele kristallen. Er is echter wel een duidelijk verschil tussen glas en kristal. Dit heeft alles te maken met het loodgehalte. Een materiaal wordt pas glas genoemd zodra het minder dan 4% loodoxide bezit. De oorsprong van glas is te vinden in de natuur in de vorm van lavaglas. Dit werd in de steentijd gebruikt voor de toepassing van vuursteen. Rond 1500 voor Christus werd het eerste glas al aangetroffen in het aardewerk. Glas in de vorm van sillicaten is de bekendste variant van glas die vooral terug te zien is bij ramen, flessen en drinkglazen. Sillica is een zuur oxide dat met water kiezelzuur kan omvormen. Een variant op normaal glas is kwartsglas. Kwartsglas is een pure vorm die ook veel duurder is dan normaal glas. Dit komt doordat deze vorm van glas moeilijk te bewerken is. Het smeltpunt ligt veel hoger dan een andere variant van glas, namelijk rond de 1700 graden Celsius. Dit zorgt ervoor dat glasherstel bij deze vorm van glas vrij lastig gemaakt wordt. Je vindt deze variant van het glas in de meeste gevallen terug in de uv-licht lampen en voor ampullen. Dit omdat het smeltpunt heel hoog ligt en dus de kans op versmelting van het glas door hitte minimaal is.